
4. Laat het apparaat 15 minuten werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg
dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte
is.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Het apparaat aan- en uitzetten
Het hangt van het model of
uw apparaat knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
• Het lampje gaat aan als het
apparaat in werking is.
• Het symbool geeft aan of de
knop de kookzones, de
ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
• Het indicatielampje gaat aan
wanneer de oven opwarmt.
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Warme lucht Voor het braden of bakken van gerechten waarvoor dezelf-
de bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één roos-
terhoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht.
Boven-/onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem
en het inmaken van voedsel.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te brui-
nen.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te
ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
7
Comentários a estes Manuais